Blog

Zeevogels fotograferen op de Noordzee 2024

Workshop Zeevogels fotograferen vanuit Lauwersoog met het ms Dageraad in september en oktober. Twee heel verschillende tochten. Op 20 september heerste een matig oostenwind. Aflandige wind en beloofde weinig goeds. Weinig vogels, beter gezegd. En zo werd het ook!

Zwarte zee eend

Jan van gent (volw)

Nog niet eerder heb ik zo weinig foto"s kunnen maken als op deze tocht. De enige beelden die daar wat over kunnen vertellen staan hier boven. enkele groepjes zwarte zee eenden en slechts een jan van gent. Groepen vliegende vogels die op zo'n grote afstand te zien waren dat je het niet kon identificeren. Nee, het was onze dag niet.

 

Het werd een ander verhaal op 11 oktober. Enkele voorafgaande dagen had het behoorlijk gewaaid met windkrachten tot 8 Bft, waardoor er een behoorlijke zwel in het zeewater was ontstaan die de golven omhoog stuwde tot 2 à 2,5 meter hoog.  Dan wordt het een hele uitdaging om op een slingerend en stampend schip nog een behoorlijk beeld op je sensor vast te kunnen leggen.

Onderweg naar de Noordzee passeert een bank met gewone zeehonden en het observatiehuisje op het Rif, tussen Ameland en Schiermonnikoog.

Eiders vliegen voor een regenboog langs,

Eiders en jonge gewone zeehonden

Na ruim een uur eindelijk op de Noorzee

Wanneer het ms Dageraad voorbij het Rif de Noordzee op vaart veranderd de zee  De golfslag wordt dieper en hoger. Het schip begint te stampen, maar ook te slingeren. Wanneer je van plek wil veranderen en je gaat je verplaatsen is het net alsof je over de 'catwalk' op de kermis loopt. Je moet je ergens aan vasthouden, maar ook als je vogels wilt fotograferen moet je je ergens aan vasthouden of jezelf klem te zetten om vallen te voorkomen.  En dat is juist een hele uitdaging o9m überhaupt te kunnen fotograferen. Er zijn drieëntwintig fotografen en twee workshopleiders aan boord. Het wordt al gauw duidelijk dat voor zes mensen te heftig wordt, Deze fotografen krijgen het te kwaad, trekken wit weg en hangen even later over de reling de vissen te voeren. Jammer voor deze deelnemers die niet meer in 'the mood' raken in het fotograferen van zeevogels. 

Zeevogels lokken gaat met visafval dat in stukken wordt gehakt en geportioneerd  over boord gaat. Dit lokt in eerste instantie meeuwensoorten aan. Meeuwen als onder andere zilvermeeuw, grote- en kleine mantelmeeuw, pontische meeuw om er een paar te noemen. Deze meeuwen hangen dan als een zwerm achter en naast het schip met als doel om zeevogels verder op zee naar het schip te lokken. Want waar meeuwen zijn daar is wat te halen. 

Pontische meeuwen in eerste winterkleed.

Visafval wordt in stukken gehakt en mondjesmaat over boord te werpen om daarmee zeevogels te loken dichterbij het schip te komen. dichtbij genoeg om te fotograferen.

Er kwam slechts eenmaal een parelduiker langs, een grauwe pijlstormvogel en een grote jager. Te kort en te ver verwijderd van het schip om deze soorten vast te leggen. Wel werden er veel jan van genten aangetrokken. Een prachtige, fotogenieke soort die de fotografen enthousiast maken. Opvallend veel volwassen jan van genten, maar opvallend weinig juveniele exemplaren. Wel soortgenoten in kleedjaren die er tussenin zitten.

Jan van gent, 2e kl.j. type

Jan vangent3e kl,j type

Jan van gent, 3e/4e kl.j

Volwassen jan van gent

Duikende volwassen jan van gent op visafval waarmee de zeevogels mee worden gevoerd

Strandbroeders op de 'Noordvaarder' op het Waddeneiland Terschelling

Vogelwachters op de Spathoek

Vrijwilligers, aangesteld als vogelwachters door Staatsbosbeheer (SBB), voor een gebied met kustbroedvogels of te wel, de strandbroeders. Het gebied de 'Noordvaarder', locatie Spathoek, is een open strandvlakte en enkele duintjes op de meest westelijke punt van het Waddeneiland Terschelling. De vogelwachters hebben  taken als monitoring, beschermen in het veld, wandelaars/bezoekers van het gebied te woord te staan en te voorzien van informatie over het gebied. De hoeveelheid wandelaars wordt mede bijgehouden. Als een van die vogelwachters vertelt dit blog over het gebied, over de dwergstern en de bontbekplevier, de zilvermeeuw en kleine mantelmeeuw. Vogels die in dit gebied, het strand,  broeden.

Op het eerste gezicht lijkt het strand niet de meest geschikte broedplaats voor vogels. Toch zijn er soorten die vooral hier broeden, zoals de bontbekplevier, strandplevier en dwergstern. Deze soorten hebben zich geheel aangepast aan het broeden onder moeilijke omstandigheden die op het strand heersen. Ze trotseren weer en wind en lopen altijd het risico dat het nest tijdens een voorjaarsstorm wordt weggespoeld.

Bewakerskeet van de vogelwachters. De keet  wordt gebruikt als uitvalsbasis om de observatierondes te beginnen, maar dient ook als informatiebaken voor bezoekende wandelaars op momenten wanneer de vogelwachter 'thuis' is. Ook vanuit de keet wordt het gebied in de gaten gehouden en is het de taak van de vogelwachter om mensen en honden uit het gebied te houden om verstoring te voorkomen.

Het gebied heeft twee schelpenbanken, het ideale biotoop van de bontbek- en strandplevier en de dwergstern. Een schelpenbank aan de noordzijde van het strand van de Noordvaarder en een schelpenbank aan de zuidzijde van het strand van de Noordvaarder, genaamd de Spathoek. In de duintjes tussen de schelpenbanken broeden de zilver- en kleine mantelmeeuw. Ook de scholekster broedt in deze kustomgeving.

In de duintjes tussen schelpenbank noord en zuid is het habitat van de zilvermeeuw en de kleine mantelmeeuw.

Broedende scholekster op de noordelijke schelpenbank. De omgeving van de schelpenbank is afgebakend middels gele palen, voorzien van een informatiebordje en tussen deze palen stokjes waarover een draad is gespannen. Het is een kwetsbaar gebied waarbij de zee bij storm of springtij kan overspoelen. Dit gebeurde medio juni 2024 waarbij de nesten met eieren van de dwergsternen, bontbekplevieren en scholeksters werden weggespoeld.

Kustbroedvogels*

Van nature broeden kustbroedvogels langs dynamische intergetijdengebieden zoals op de eilanden, stranden, strandvlaktes en kwelder/schorrenzones. Allemaal plekken waar als gevolg van erosie en sedimentatie de vegetatie-successie voortdurend wordt teruggezet en die daardoor niet of slechts schaars begroeid zijn. Deze dynamiek heeft invloed op de broedmogelijkheden en het broedsucces, omdat de geschikte broedplaatsen komen en gaan. In de afgelopen eeuw zijn veel natuurlijke broedgebieden van kustbroedvogels verdwenen of ongeschikt geworden. De Deltawerken en de afsluiting van de Zuiderzee en Lauwerszee hebben op grote schaal effect gehad op de dynamiek in de Nederlands estuaria. Dit heeft er tevens toe geleidt dat (grond)predatoren zich makkelijker permanent konden vestigen in broedgebieden van kustvogels. Ook een sterke toename van menselijk medegebruik van deze gebieden heeft een flinke impact op populaties van kustbroedvogels.

De zuidelijke schelpenbank is niet minder kwetsbaar. Bij een extra hoogwatergetij  kunnen we zien dat het zeewater tot aan de rand van de schelpenbank reikt.

Dit blog richt zich op de dwergstern, de bontbekplevier en strandplevier. Deze soorten zijn afhankelijk van open, schaars begroeid habitat, vaak in de nabijheid van groot open water. Hoewel sommige meeuwensoorten doorgaans ook afhankelijk zijn van vergelijkbaar broedhabitat, vormen zij slechts een klein onderdeel in dit blog.

 

Factoren die druk uitoefenen op de strandbroeders*

Sterns en plevieren zijn in vergelijking met meeuwen kwetsbaarder voor vegetatiesuccessie, afname van dynamiek in het habitat en predatie. Een toenemende vegetatie vergroot vestiging van predatoren zoals zilver- en kleine mantelmeeuw. Deze soorten broeden in de aangrenzende duintjes met veel vegetatie.  Predatoren als bruine rat, martersoorten en de vos komen gelukkig voor de strandbroeders op Terschelling niet voor.

 

Overspoeling van nesten en kuikens*

De keerzijde van dynamische gebieden met wisselende waterpeilen is de kans op overstroming van nesten met eieren en kuikens. Dit risico wordt versterkt bij hoge waterstanden in combinatie met stormen in het broedseizoen., zoals dit gebeurde in het noordelijke gebied waar de dwergstern zich eerst had gevestigd. Het risico op overspoeling hoort bij dynamische systemen, maar zolang er een surplus is aan alternatieve broedplekken hoeft dit geen effect te hebben op populatieniveau. Overigens is de verwachting dat door klimaatverandering een toename van zware regenbuien in de zomer gaat optreden. In combinatie met zeespiegelstijging vergroot dat de kans op overspoeling.

Broedend paartje bontbekplevier op het zuidelijke schelpenbankje. Bontbekplevier zijn solitair broedende vogels, met enige tolerantie voor vegetatie.

Broedende dwergstern op schelpen. Zowel dwergstern als strandplevier hebben enige variatie in habitat voorkeuren, waarbij deze foto een optimum illustreert. Plaatsen met enige lage en ijle vegetatie worden echter ook door dwergstern benut als broedlocatie.

Dwergsterns op het met palen afgezet en omlijnde schelpenbankje aan de zuidkant van het gebied.

Voedselgebrek bij dwergsterns*

In tegenstelling tot plevieren, worden de jongen van de sterns gevoed door de ouders. Veelal is dat kleine vis, die de oudervogels in de omgeving verzamelen. Dwergsterns foerageren in de directe omgeving van de broedlocaties. De beschikbaarheid van voldoende vis van de juiste lengte, niet te ver van de broedplaats, is cruciaal voor de overleving van sternenkuikens.

Aanwezigheid predatoren*

Incidentele maar vooral permanente vestiging van predatoren in een broedgebied zorgt voor twee typen drukfactoren: enerzijds verstoring waarbij vogels van het nest gaan en eieren of jongen onbeschermd achterlaten en anderzijds predatie van eieren, kuikens. Met name in dit gebied zijn veel voorkomende predatoren met grote impact op het broedsucces; de zilver- en kleine mantelmeeuw. Deze kunnen veel eieren en kuikens van de dwergsterns opeten.

Vrouwtje van de bruine kiekendief op jacht boven het gebied van de strandbroeders.

Naast het broedgebied van de dwergsterns en de bontbekplevieren bevindt zich een kolonie kleine mantelmeeuwen en zilvermeeuwen. De grootste predators van de strandbroeders.

Aanwezigheid mensen*

Menselijke activiteiten in het gebied leiden tot verstoring, waarbij vogels van het nest gaan en eieren of jongen onbeschermd achterlaten. Is de verstoring kortdurend en de frequentie waarmee het optreedt gedurende het broedseizoen beperkt, dan is er meestal weinig aan de hand. De gevoeligheid van verstoring verschilt per vogelsoort en hangt tevens af van de verstoringsbron en de fase waarin de vogels zich in het broedseizoen bevinden (vestigen territorium, nestbouw, eieren uitbroeden of jongen grootbrengen). De intensieve recreatie in de kustgebieden, met name de stranden op de Waddeneilanden, heeft grote invloed op de soorten die van de stranden gebruik maken om te broeden. Veel voorkomende menselijke activiteiten, die afhankelijk van de situatie ter plekke, een verstorend effect kunnen hebben zijn wandelaars (al dan niet met hond), Fietsers (mountainbikes) en mensen die boten laten droogvallen. Al deze activiteiten hebben uiteraard een nog veel grotere impact op de aanwezige kustbroedvogels als het plaatsvindt  in afgesloten gebied.

Wandelaars komen deze waarschuwingsbordjes tegen op de hoeken van het afgezet gebied zodat de wandelaar geïnformeerd wordt op het naderen van een kwetsbaar gebied. Tussen de ene paal met bordje en de volgende staan kleinere paaltjes. Een touw/lijn verbinding tussen de palen en paatjes zorgt voor extra 'beveiliging' van het gebied. Een bord, daar kunnen mensen nog in gedachten voorbij lopen. Maar bij een touwtje moeten ze wel even stilstaan. Mensen reageren daar heel goed op.

Tientallen mensen, al dan niet met hond(en), wandelen dagelijks langs of door het gebied en worden geïnformeerd door bordjes en door paaltjes bespannen met een simpel touwtje rond het broedgebied is al heel succesvol. Het werkt bij het benaderen van het afgezette kwetsbare gebied. De kitesurfer is duidelijk buiten zijn surf gebied en is in overtreding.

Bijna dagelijks komt er een huifkar, soms twee, met toeristen om het eerste duintje en vervolgens weer terugkeren. Het eerste duintje ligt nog onder het kwetsbare gebied en vormt derhalve geen direct gevaar..

Droogvallende charter platbodems verstoren de rust van de strandbroeders. De tjalk 'LOTUS' liet zich droogvallen pal tegenover het schelpenbankje. Vijftien tieners en twee leiders van boord om spellen te spelen. De twee leiders vonden het nodig -ondanks het draad- om dwars over het schelpenbankje te lopen.

Vogelgriep*

Vanaf ongeveer 2016 is in Nederland sprake van uitbraken van verschillende varianten van het hoogpathogene vogelgriep virus (H5N1). Deze uitbraken kunnen in korte tijd leiden tot aanzienli9jke sterfte onder vogels. Sterns zijn erg vatbaar.. De virusdeeltjes kunnen lang in water aanwezig blijven, waardoor watervogels een verhoogde kans op blootstelling hebben. Ook vogelsoorten die in kolonies broeden zijn zeer vatbaar, simpelweg omdat vogels het daar makkelijk aan elkaar doorgeven. Grote uitbraken hebben zich recent nog voorgedaan. In 2022 en2023 met onder meer veel sterfte onder grote sterns, visdieven en dwergsterns in verschillende kolonies in Nederland.

Een aalscholver (een passant) bij extra hoogwater tij.

Bontbekplevier op weg naar de vloedlijn om te foerageren

Monitoring broedgebied Noordvaarder

Het betreft twee gebiedjes. Een schelpenbank noord van de keet en een schelpenbank zuid van de keet. In de noord was het eerste gebied dat als broedplaats door de dwergstern, bontbekplevier en scholekster was ingenomen. Bij de vroegste telling werd begin juni 16 broedpaartjes dwergstern geteld, twee broedpaartjes bontbekplevieren en 3 paartje scholekster. Drama vier dagen later. Springtij en voorjaarsstorm bracht zoveel water omhoog dat de schelpenbank werd overspoeld zodat de eieren wegdreven. Volgende telling, een paar dagen later, werden er nog 6 paartjes dwergsternen en twee kuikens en een paartje scholekster. Geen broedgevallen meer waargenomen.

De dwergsternen vertrokken. Het grootste deel naar vermoeden naar het eiland Texel, een zestal paartjes naar de zuider schelpenbank.

De schelpenbank aan de zuidzijde van het strand op de Noordvaarder (de Spathoek). Het hoogwatergetij omringd het schelpenbankje.

Dit gebied is uitermate geschikt als hoogwatervluchtplaat voor de scholekster. Wanneer het water verder stijgt zoekt deze soort een droger gedeelte.

Op de week volgend op het drama van de noorder schelpenbank worden op de zuider schelpenbank, naast het al aanwezige broedpaartje bontbekplevieren, nu ook 3 paartjes broedende dwergsterns waargenomen. Later zag ik twee wandelaars over het schelpenbankje lopen. De man buigt voorover. Het tweetal aangesproken. Mensen waren compleet onwetend. De volgende dag is de nieuwe vestiging van de dwergsterns met borden en in het draad gezet.

Een Week later worden 6 broedparen op de zuidkant geteld. Op de noordkant werden weer dwergsterns waargenomen.

Na drie weken komen de eerste jongen uit het ei. Na vier weken veranderd het gedrag van de adulten. Soms een tijdje rustig, dan weer activiteit in de lucht met aanvliegende ouders dwergsterns met visjes in de snavels. Biddend, duikend en landend. daarna weer richt zee om visjes te halen voor de jongen. De jongen waren moeilijk te onderscheiden tussen de schelpen maar kon toch 5 pullen ontdekken met de telescoop, Het is 21 juli

Drie afbeeldingen van de pullen van de dwergsterns

De strandbroeders zijn niet de enige vogelsoorten op deze plek. Honderden vogels zijn al met de trek begonnen en strijken neer langs de kust om te rusten en foerageren. Op de voorgrond kokmeeuw en stormmeeuw, in de achtergrond langs de vloedlijn, wulpen, rosse grutto's en kanoetstrandlopers.

Het is altijd leuk dat je naast strandbroeders ook andere vogelsoorten te zien krijgt. Nu de vogeltrek op gang komt is het een komen en gaan van diverse waadvogels. Elk hoogwatergetij brengt andere soorten voor de keet. Rustplaats voor kleine mantelmeeuw, kokmeeuw, drieteen-en stormmeeuw.  Een grote vlucht rosse grutto's en pal voor de vogelwachterskreet bonte strandlopers, drieteenstrandlopers en kokmeeuwen aan het foerageren. De scholeksters rusten. Die andere vogelsoorten zijn leuk, maar het gaat de vogelwachters hier vooral om de dwergsterns en bontbekplevieren

Het is eind juli wanneer de laatste dwergsterns het schelpenbankje aan de zuidkant van de Noordvaarder verlaten. Na observatie blijken de pullen van de dwergstern ook verdwenen. Het kan toch niet mogelijk zijn dat de pullen, gezien op 21 juli  op 1 augustus vliegklaar hebben kunnen zijn. Hoogstwaarschijnlijk ten prooi gevallen aan de buren; de kleine mantelmeeuw, dan wel de zilvermeeuw. Einde broedseizoen voor de dwergsterns en het lijkt er op dat de dwergstern er niet in is geslaagd jongen te hebben groot gebracht, Strandplevieren zijn gedurende het broedseizoen niet waargenomen in dit gebied.

De predators! De altijd hongerige kleine mantelmeeuwen, met uitzicht op het schelpenbankje.

Laatste broedpoging van de bontbekplevier. 31 Juli werd er nog een broedgeval, een nestje met 1 ei, waargenomen. 1 Augustus broedgeval vastgelegd. Wanneer de ene broedt, waakt de andere Hoe zal het aflopen?

De plek bij de vogelwachterskeet is de plek waar de eerste observatie begint. Vanuit deze plek begint de observatie in het veld..

De post wordt niet dagelijks bemand, zodat niet feitelijk gesteld kan worden hoe het met dit broedsel verder is gegaan.  In het veld zijn in augustus geen objectieve waarneming van dit laatste broedsel van de bontbekplevier meer  waargenomen.

 

Het broedseizoen van de strandbroeders is midden augustus feitelijk een einde gekomen. Het bemannen van de post is tot september nog bemand gebleven op werkdagen om toeristen/wandelaars van dienst te zijn en te antwoorden op de gestelde vragen. 29 Augustus was de laatste dag en is de bewakerskeet weer van het strand opgehaald en naar de opslag gebracht.

Volgend jaar gaan de vrijwillige vogelwachters weer graag verder met het bewaken en monitoren van de strandbroeders.

 

* Bron: Kustbroedvogels in Nederland (Uitgave: VBNE / OBN Natuurkennis.

Zeevogels fotograferen op de Noordzee

Een workshop georganiseerd door Natuurfotografie.nl. Unieke kans om van dichtbij zeevogels te fotograferen. Met de m.s. Dageraad de hele dag op de Noordzee met vertrek uit Lauwersoog. In tegenstelling tot de tocht een jaar eerder (2022) die grauw en later regenachtig verliep, was het op 8 september 2023 een dag met schitterend weer, zonnig en weinig wind, Het was zelfs warm op zee.

In september en oktober barst het los in de zeevogeltrek en voor enkele soorten zijn dit juist de beste maanden en de zee boven Ameland een uitgelezen plek. In de brochure staat o.a. vermeld dat vorkstaartmeeuwen (xema sabini) en vaal stormvogeltjes (oceanodroma leucorhoa) een doortrekpiek beleven en ook voor de kleinste jager (stercorarius longicaudus) en zijn de pijlstormvogels (puffinus soorten) wel de grootste trekpleister in deze tijd. Dan moet je er als zeevogelliefhebber zijn! Bovengenoemde soorten werden spijtig genoeg niet waargenomen. Begin oktober herkansing, dan hoop ik deze soorten wel te zien.

Zeerobben op een droogvallende zandbank in de Waddenzee.

Exif:  850mm, f/9, 1/1000sec, ISO 320

Zeegat tussen Ameland en Schiermonnikoog.

Exif: 250mm, f/8, 1/000sec, ISO100

Eerst een stuk Waddenzee en tussen de Waddeneilanden Ameland en Schiermonnikoog door. Op een drooggevallen zandbank zien we enkele zeerobben rusten. Eenmaal op de Noordzee gaat meegenomen visafval regelmatig mondjesmaat overboord en dan wemelt het van de meeuwensoorten. Zilvermeeuwen (larus argentatus), grote- (larus marinus en kleine mantelmeeuwen (larus fiscus), kok-(larus ridibundus) en stormmeeuwen (larus canus) met verenkleden in verschillende kalenderjaren. Zij moeten de trekkende soorten lokken om een kijkje te nemen want je weet maar nooit of er wat voedsel te halen valt die de magen kan vullen.

Juveniele grote mantelmeeuw, gevolgd door een subadult zilvermeeuw achter het schip, wachtend op de volgende lading visafval wat mondjesmaat overboord gaat. 

Exif: 480mm, f/9, 1/1000sec, ISO 320

De eerste groep zeekoeten worden waargenomen op het water.

Exif: 850mm, f/9, 1/1000sec, ISO 500

Menig meeuw werd vastgelegd door de 33 aanwezige fotografen. De zwarte zee-eenden (melanitta nigra) vlogen op een afstand voorbij. De eerste zeekoeten (uria aalge) werden gezien. Kwam het schip te dichtbij dan dook de hele zwerm onder water en elders weer aan het oppervlak op te duiken. Ook de Alken (alca torda) zwommen met dit mooie weer en de kalme zee rustig op zee.

En dan varen we adult Alken in winterkleed voorbij.

Exif: 600mm, f/11, 1/1000sec, ISO 320

De eerste adult jan van gent kondigt zich aan. Exif: 850mm, f/9, 1/1000sec, ISO 320

De fotografen werden helemaal enthousiast toen de eerste jan van gent (morus bassanus) op het toneel verscheen. Een volwassen exemplaar. Het bleef niet bij dit ene exemplaar alleen. De gehele tijd op volle zee kwamen de jan van genten voortdurend een kijkje nemen tot volle tevredenheid van de fotografen. Jan van genten van juveniel,  1e-, 2e-,3e en 4e- kalenderjaar tot volwassen exemplaren kwamen voorbij. Het was een feest deze prachtige zeevogel te fotograferen.

Juveniele jan van gent.

Exif: 850mm, f/9, 1/1600sec, ISO 320

Jan van gent, 2e kj (september).

Exif 600mm, f/9, 1/1600sec, ISO 320

De juveniele jan van gent bleef een tijdje in de buurt en draaide rondjes om het schip.

Exif: 850mm, f/9, 1/1600sec, ISO 320

Adult zeekoet in winterkleed. Exif 600mm, f/13, 1/1000sec, ISO 320

Jan van gent, 2e kj (september).

Exif 600mm, f/9, 1/1600sec, ISO 320

Fotografen in actie. In het midden workshopleider Arno ten Hoeve. Exif: 210mm, f/9, 1/1250sec, ISO 320.

Volwassen alken (alca torda) op volle zee. Exif: 850mm, f/9, 1/1250sec, ISO 320

Het kleed van een 4e kj jan van gent(morus bassanus)                                                        Exif: 480mm, f9, 1/1000sec, ISO 320

Volwassen jan van gent (morus bassanus). Hij neemt een prooi waar, geeft een schreeuw en duikt naar beneden.  Exif: 850mm, f/9, 1/1000sec, ISO 320

Clos-up van jan van gent (morus bassanus). Exif: 450mm, f/9, 1/1000sec, ISO 320

Het was werkelijk een geweldig mooie dag waarbij elke fotograaf zijn hart kon ophalen. Menig opslagkaartje werd volgeschoten zodat eenmaal thuisgekomen nog enig werk verzet moest worden om de mooiste beelden uit te zoeken, te bewerken en opgeslagen moest worden.

Met dank aan Arno ten Hoeve en Arie van den Hout

'Overwintering'

Een beeldverhaal over het leven van de rotgans in de wintermaanden.

 

Om van de Noord-Siberische toendra’s naar de Nederlandse Wadden te vliegen was de eerste impressie, waaruit het idee “overwintering op Terschelling’ is ontstaan. Het project is een documentaire over het leven van de Rotgans in wintertijd.

Inleiding

Rotganzen (Branta bernicla) broeden zomers wijdverspreid op de noordelijke arctische lage toendra's bij zee in Noord Rusland  en het Taimyr Schiereiland in Siberië. Het broedseizoen van de rotgans duurt slechts twee maanden.

Na het broedseizoen in september trekken de rotganzen met hun jongen via de Witte zee door naar de Oostzee om uit te komen bij de Waddenzee, de Zeeuwse Delta, Zuid-Engeland en West Frankrijk waar de overwintering plaatsvindt. Het zijn langeafstandstrekkers die de winter in onder andere Nederland doorbrengen. Rotganzen strijken in grote getale neer langs de kusten van het Waddengebied en minder in getal aan de Zeeuwse Delta. Een flink deel van de vogels legt daarbij meer dan 5000 km af. De totale route wordt in zo'n 16 etappes afgelegd. Gemiddeld vliegen rotganzen daarbij 118 km per dag. Ze stoppen langs de Baltische kust voordat ze verder trekken.

Rotganzen migreren in familiegroepen. Deze groepen blijven bij elkaar van het ene broedseizoen tot het volgende. Op de trek zoeken ze elke dag naar moerasland, kustgrasland of landbouwgrond om te rusten en zich te voeden, voordat ze in de schemering verder trekken. Op plaatsen waar de begrazing goed is kunnen ze een week per keer blijven hangen.

Terschelling

De documentaire laat zien dat de rotgans op Terschelling neerstrijkt om te overwinteren. Een vroege komst vanaf half september van de rotgans heeft te maken met een slecht broedseizoen. Wegens te weinig aantallen lemmingen als gevolg van de klimaatsverandering, vervangen predatoren als de poolvos en de sneeuwuil hun prooidier van lemming naar de jonge rotgans. Bij verlies van de jongen trekken de rotganzen alweer vroeg richting Noordwest Europa en komen half september aan in hun overwinteringsgebieden. Wanneer het broedseizoen goed geweest is zien we de ganzen, nu met hun jongen, pas vanaf half oktober neerstrijken.

 

Het verhaal speelt zich af op het wad en in het aangrenzende poldergebied van Terschelling. Het laat het leven van de rotgans zien dat voornamelijk bestaat uit foerageren. Ze eten zeesla op het Wad zolang dat nog aanwezig is en gaan daarna over op gras in het poldergebied of het gras op de dijk .

 

*****

Het leefgebied op het Waddeneiland. Wad en polder.

Na aankomst van de eerste rotganzen, zonder jongen, is het wad de favoriete plek om de eerste tijd op door te brengen om zich tegoed te doen aan het overvloedige zeesla.

Flink hongerig doen de Rotganzen zich tegoed aan het nog in ruime mate aanwezige zeesla. Een noodzaak, om het lichaamsgewicht na de lange tocht weer op pijl te brengen.

De Rotganzen komen met hun jongen.

Begin oktober komen de rotganzen met hun jongen uit Siberië. De eerste aanleg is op het droogvallende Wad.

Twee volwassen (adulten) rotganzen met vier jongen (juvenielen). Ze zijn te onderscheiden aan de witte uiteinden van de dekveren op de vleugels.

Het dagelijkse bad

Tijdens de  rustmomenten wordt er veel aandacht besteed aan de verzorging van het verenkleed nadat ze een bad hebben genomen, vaak meerdere keren per dag.

Ganzen in de polder

Een gans is alert en beducht op gevaar, Wanneer er wordt gefoerageerd zijn er altijd enkele ganzen die de omgeving in de gaten houden, beducht op gevaar.

Ringonderzoek

Er wordt veel onderzoek gedaan naar het vlieggedrag en de behaalde leeftijd van de rotgans door jonge vogels te voorzien van pootringen. De ringen, bestaande uit een kleurencode en een letter -en cijfercode, vertellen de onderzoeker of waarnemer waar de vogel vandaan komt (geboren), wanneer geringd (leeftijd), op welke locaties de vogel is gezien (trekroutes) of op welke locatie de vogel dood gevonden wordt. Ringstations in de broedgebieden voorzien de jonge ganzen van dergelijk ringen.

Na het 'aflezen' van de ringen worden de waarnemingen doorgegeven op geese.org. Door terugkoppeling verschaffen de ringen de onderzoekers en de waarnemer informatie over de vogel . Op Terschelling zijn enkelen die zich hier mee bezig houden.

Terug naar Taimyr

Eind mei, begin juni vertrekken de rotganzen weer naar de broedgebieden

Op weg naar de broedgebieden op het Schiereiland Taimyr in Siberië.

Suggestieve foto van de toendra's van Taimyr.

Excursie "Lauwersmeer compleet"

Een geweldig gezicht, de Zeearend met een spanwijdte van bijna tweeënhalve meter.

Al eens eerder heb ik eens rondgereden bij het Lauwersmeer door op bepaalde locaties vooral te kijken naar vogels. Maar de mooiste en meest veelbelovende locaties kende ik niet. Daarom boekte ik in 2019 een excursie op Hemelvaartsdag in 2020. Toen Covid-19 in dat jaar zijn intrede maakte heb ik de excursie een jaar vooruit geschoven, dat leek mij veiliger. En in mei 2021 kwam het er dan van dat ik drie dagen rond het Lauwersmeer gezworven heb en op locaties ben geweest waar je de meeste soorten vogels kunt spotten en fotograferen. De excursie was weliswaar één dag maar koppelde er voor mijzelf nog een dag vóór en een dag na aan aan vast.

De excursie; "Lauwersmeer compleet", is een jaarlijks terugkerende excursie, steeds op Hemelvaartsdag en wordt georganiseerd door Birdingholland.nl, met de gidsen Martijn en Lazar. Deze dag was op donderdag 13 mei 2021. 

Het was heerlijk wandelweer, veel zon en weinig wind. Met twaalf personen, verdeeld in twee groepen, gingen we op pad en de eerste locatie werd het Jaap Deensgat. De eerste bijzondere vogelsoort die we hoorden was een 'hoempende' Roerdomp maar deze liet zich echter niet zien. Wat zich wel liet zien waren drie Zeearenden op de grond. Echter op grote afstand wat de kwaliteit van de foto's niet ten goede kwam. Daarnaast zagen we Rietzangers, Baardmannetje en Brandgans.

Rietzanger

Rietzanger

Rietzanger

Rietgors

Rietgors

Het vrouwtje  Baardman

Het mannetje  Baardman

Brandgans

Ook een Sprinkhaanzanger, Kleine plevieren, Kemphanen, Blauwborst en Zilverplevier, Maar deze had ik jammer genoeg niet op de foto.

De volgende locatie was aan de zuidkant van het Lauwersmeer. Ook hier werden we opgesplitst in twee groepjes. Hier werden leuke waarnemingen gedaan, zowel zichtbaar als alleen hoorbaar. Hoorbaar was duidelijk de Wielewaal, maar liet zich niet zien. Het andere groepje zag een Purperreiger, onze groep helaas niet meer. Vier overtrekkende Ooievaars, Spotvogel, Snor en Nachtegaal. Allemaal gehoord en/of gezien maar niet kunnen fotograferen. Wel een Buidelmees, Vink, Fitis, Visdief en een mannetje Bruine Kiekendief die over de rietvelden gleed.

Buidelmees

Vink

Fitis

Mannetje Bruine Kiekendief

Visdief

Van het zuiden naar het noorden van het Lauwersmeergebied. Of beter gezegd, naar het Wad. Het was laag water en dat levert weleens een flink aantal steltlopers op. Maar voor het zover was werd de Bantpolder bezocht. Hier zaten grote aantallen Brandganzen maar de Morinelplevieren, die daar al eerder waargenomen, waren al helaas verdwenen. Ook de Roodhalsganzen zouden daar kunnen zitten. Er werden er twee gezien. Ondanks dat deze soort goed opvalt tussen de Brandganzen heb ik ze zelf niet kunnen waarnemen. Eén van de vogelaars meldde dat er een Flamingo kwam aan vliegen. Een grap? Nee, zeker niet, er vloog werkelijk een Europese Flamingo langs.

De Waddendijk, we zijn er. Gezellig druk met dagjesmensen maar ook met steltloper. Ik had mijn statief met de camera nog niet neergezet of één van de gidsen ging uit zijn dak. Hij had zijn telescoop nog niet neergezet of hij zag een Rosse Franjepoot in zomerkleed in beeld. De vogel zat te rusten tussen een groot aantal Bonte strandlopers, Bontbekplevieren, Tureluurs, wat Kanoeten, Krombekstrandlopers en Kleine strandlopers. Uitzonderlijk zeldzaam om de Rosse Franjepoot in het voorjaar en in dit kleed in Nederland te zien. In het najaar zijn er nog wel eens jonge vogels te zien langs de kust. De soort is een zwemmende steltloper die op de oceanen overwintert en boven de poolcirkel broedt, wist de gids te vertellen, maar hebben dan een minder fraai kleed, wit/grijs. Voor mij de eerste keer dat ik de soort heb gezien. De foto is niet bepaalt super, eigenlijk slecht, maar het was nogal een afstand. Door te croppen moest de kwaliteit inboeten, maar ik ben toch blij dat ik de foto heb.

Een minder fraaie foto en toch blij dat ik een foto van de soort heb. De Rosse Franjepoot zittend tussen de Bonte strandlopers.

Paniek! Binnen enkele seconden vloog de hele groep steltlopers, inclusief de Rosse Franjepoot,  op en ver weg. Aanleiding was een naderende Slechtvalk. en dan moet je wegwezen!

De groep steltlopers in vlucht en op de vlucht. Tureluurs en bontbekplevieren.

Na de Waddendijk bleef er nog één locatie en twee verschillende hotspots over. Aan de westkant bij Ezumakeeg lagen deze spots. Ezumakeeg-Noord, een uitkijkheuvel en Ezumakeeg -Zuid, waar een vogelkijkhut had moeten zijn maar door vandalisme in brand gestoken was. Zonder hut was het ook een heel mooie plek om vogels te spotten. In het noordelijk deel waren het de baltsende Kemphanen. Helaas verder weg dan wenselijk was en was het ook wat nevelig geworden. Niet echt ideaal om foto's te maken maar we moesten het er maar mee doen.  Ook een Fuut kon ik vastleggen in dit gebied. 

Baltsende Kemphanen. Meerdere mannetjes met kragen die volop aan het 'kempen' zijn; Prachtig schouwspel!

Fuut met prooi.

De afsluiter was het zuidelijk deel. Daar kon ik genieten van twee soorten die ik op Terschelling, mijn basis, nog nooit had gezien. De Steltkluut. Wat een mooie verschijning. Enorm lange roze poten (bijna de helft van de totale lengte), zwart-witte verenkleed en lange rechte naaldfijne snavel. Vrouwtje witte kop en kruin, mannetje grijze kruin. Een Bontbekplevier kwam even buurten. Deze soort was me beter bekent. 

De Temmincks strandlopers lieten zich van heel dichtbij zien. De soort was op doortrek vanuit Italië/Griekenland naar de Scandinavische landen Noorwegen, Zweden en Finland. Samen met de Steltkluten was het genieten, eigenlijk, zoals het de hele dag al genieten was. Ik ken nu de plekken en zal zeker nog eens terugkeren  naar het Lauwersmeergebied.

Mannetje Steltkluut. 

Parende Steltkluten

Bontbekplevier

Temmincks strandloper

Volgend jaar op Hemelvaartsdag is de excursie weer, het staat inmiddels online en is te boeken. Een aanrader voor vogelaars en vogelfotografen. Mijn dank aan Martijn en Lazar.

Trekvogels op de hoogwatervluchtplaats; de kwelder

Rosse Grutto trekt eind april-begin mei en eind juli-augustus voornamelijk langs de kust en over zee naar en van overwinteringsgebieden in W-Europa (incl Nederland) en W-Afrika. Tijdens de trek en in de winter pleisterend in getijdegebieden (Waddenzee), soms in grote groepen; ook overzomerende niet broeders.

Dagelijks zijn er veel vogels te zien op de hoogwatervluchtplaatsen van de Stryper Kwelder. Hier rusten zij, verzorgen hun verenkleed en wachten vervolgens op het moment dat het getij keert en het weer laag water wordt om te foerageren op het Wad. In de perioden van april tot juni en van augustus tot oktober komen hier de trekvogels bij die in die perioden van het naar het hoge noorden vliegen. Verzamelen en/of op krachten komen door te foerageren en verder trekken. Zo ook nu, in augustus, zie je soorten die na de broedperiode vanuit de noordelijke gebieden naar warmere oorden trekken om te overwinteren. Ook vormt deze plek een verzamelplaats voor 'onze' vogels die op Terschelling hun broedgebied hebben en vanaf augustus tot oktober wegtrekken naar de warmere streken. Natuurlijk zien we ook de blijvers. Vogels die hier het gehele jaar verblijven.

Rosse Grutto en Wulp rustend

Een juveniel Steenloper zoekt voedsel.

Three of a kind, de Wulp

Een vlucht Kanoeten. Fascinerend om te zien.

De Wulp op zoek naar voedsel.

Hoogwatervluchtplaats voor de rustende Scholekster.

Rusten en het verenkleed verzorgen. Wachten op een lager tij om te foerageren.

De Wilde Eend, een standvogel; noordelijke en oostelijke vogels trekken weg bij vorst en voegen zich bij soortgenoten in warmere streken.

Al een paar keer had ik gezien dat er tijdens hoogwater heel veel vogels in de kwelder zaten. Ik moest daar maar weer eens naar toe, maar nu met de 800mm telelens met x1,25 teleconverter ertussen. De foto's in dit blog zijn van die bewuste middag.

Ik zag grote hoeveelheden Kanoeten die regelmatig opvlogen om een stukje verder weer neer te strijken. Een mooi schouwspel die zwermen Kanoeten in de lucht. De Kanoet komt van hoogarctische gebieden waar ze hebben gebroed. De trek gaat langs de West-Europese kust tot aan Noord-Afrika om langs deze route een geschikt getijdengebied uit te kiezen om te gaan overwinteren.

Detail van een vlucht Kanoeten. Zullen deze blijven of nog verder naar het zuiden trekken?

Een grote hoeveelheid Rosse Grutto op verschillende plekken in de kwelder met meestal de Wulp in de nabijheid. Beide soorten trekken naar de overwintergebieden langs de West-Europese kust en de kust van Groot Brittannië of Zuid-Europa tot zelfs de kuststreken van Noord-Afrika.

Tijdens het hoogwater tij nemen ook deze twee soorten hun rust. Wat kunnen ze anders. Ze kunnen nog niet bij hun voedsel komen, dus tijd om een 'tukkie' te doen. Een enkele Wulp kan niet wachten en zoekt al vast naar voedsel op drooggevallen gedeelten van het Wad. Ook de Scholeksters deden het rustig aan op een zandstrandje van de kwelder.

Rosse Grutto en Wulp

Rosse Grutto en Wulp

Wulp

Rosse Grutto

Rustplaats van de Scholekster, vergezeld door Zilvermeeuwen

De Lepelaar. Broedvogel o.a. op de Waddeneilanden vanaf maart tot september. Broedt op Terschelling in kolonies, o.a. in het Europees Natuurreservaat de Boschplaat en in de duinvallei het 'Waterplak'. Foerageren doet de Lepelaar op het Wad onder Terschelling. De Lepelaar overwinterd aan de kusten van Zuid-Europa en Noord-Afrika. 

De Steenloper, een vogelsoort die in het noorden broedt langs kusten in hoog- en laagarctische gebieden. Maar voor de winter vlucht de Steenloper naar de kusten van Groot Brittannië, de Wadden- en Zeeuwse eilanden en nog verder naar het zuiden van West-Europa. Het voelt zich thuis in onze modderige getijdegebieden.

Slapende en poetsende Lepelaars op een hoogwatervluchtplaats

Foeragerende Lepelaars. (Eerder genomen foto)

Foeragerende Lepelaar( Eerder genomen foto)

Steenloper (adult)

Steenloper (juveniel, lijkt op een adult in winterkleed)

Wat je natuurlijk ook voor de lens krijgt zijn de blijvers. Vogels die hier het hele jaar rond te zien zijn en ook nog aangevuld kunnen worden van vogelsoorten uit het noorden en oosten om op de Wadden te overwinteren. De Bergeend is zo'n vogel. In de zomer verzamelen Bergeenden uit een groot deel van Europa zich in grote groepen in het Waddenzeegebied om te ruien. Twee maanden geleden fotografeerde ik kuikens van de Bergeend in een plas aan de andere kant van de kwelder, over de dijk, in de Polder het Nieuwland of zoals wij zeggen, de Stryperpolder. Tijdens déze sessie fotografeerde ik een juveniel Bergeend in de Stryper Kwelder, misschien wel één van de twaalf die ik toen fotografeerde.

Bergeend (juveniel)

Wat ik verder aan blijvers voor de lens kreeg is de Tureluur. Nou ja, blijvers......, zeg maar een gedeeltelijk trekvogel. Die van ons kunnen nog wel eens naar de zuidelijker gelegen kuststreken trekken, maar die uit het noorden mogen zich graag ophouden in het Waddengebied. In de winter kan je deze vogel als solitair of in kleine groepen waarnemen.

De Kokmeeuw is het hele jaar in Nederland aanwezig. En net als bij de Bergeend kan deze afgebeelde juveniel Kokmeeuw net zo goed ook aan de andere kant van de dijk, in de Kokmeeuwenkolonie van de Stryperpolder, uitgebroed zijn.

Zilvermeeuwen zijn ook standvogels. Alleen de noordelijke populaties zijn trekvogels. Zilvermeeuwen broeden in kolonies op Terschelling. Buiten de broedtijd blijft de Zilvermeeuw in dezelfde biotoop, maar ook in het binnenland, bijvoorbeeld op pas geploegde akker en vuilnisbelten. Eten allerlei dierlijk voedsel, levend of dood en verder ook plantaardig materiaal en menselijk afval.

Een foeragerende Tureluur

Juveniel Kokmeeuw

Zilvermeeuw. Een juveniel.

Juveniel Zilvermeeuw vindt een lekkere, maar kleine krab

Een jonge Zilvermeeuw die zijn eerste winter tegemoet gaat.

De bonusvogel van de 'shoot' in de kwelder is een Sternsoort. Maar ik wist eerst niet welke? Een soort met een oranje, vrij grote snavel zonder zwarte punt. Het blijkt een Reuzenstern te zijn. Een soort die in Nederland schaars te zien is (voornamelijk jul-sep) Trekt gedeeltelijk over land, volgt rivieren door Europees vasteland maar kan wel eens afdwalen van zijn normale route en sporadisch aan de Nederlandse kust gezien kan worden.  Zie de foto hieronder

De Koningsstern

Dit was het mijn verhaal over een middag trekvogels fotograferen. Als je wilt, geef dan enig commentaar, feedback of vragen door. Bedankt voor het kijken.

Project Roofvogels

Bruine Kiekendief

Van alle vogels vind ik roofvogels wel het meest fascinerend. Maar roofvogels voor de lens krijgen is nog niet zo gemakkelijk. Zomaar, op de bonnefooi er op uitgaan om een Buizerd, een Bruine- of Blauwe Kiekendief of een Torenvalk te fotograferen zal op niets uitlopen. Je moet eerst weten welke soort in welk gebied hun jachtgebied hebben. Je moet je ook verdiepen in het gedrag van elke soort. Wanneer je daar kennis van genomen hebt kan je een plek uitzoeken waar je die soort kan verwachten en daar gaan wachten. Wachten ja, want ze zijn er niet meteen zodra je klaar zit. Vaak is het voorgekomen dat, terwijl je bezig bent je apparatuur op te stellen dat je al een roofvogel ziet maar je bent nog niet klaar. Eenmaal klaar dan is het wachten. De roofvogel die je al gespot had komt heus nog wel weer terug of het is een andere die jouw kant op komt. En als dat dan gebeurt is het nog maar de vraag of de vogel jou genoeg benaderd. Op een te grote afstand weet je bij voorbaat al dat de foto's niet scherp zullen zijn. Dus wacht je tot er een op schootsafstand komt. Dat gebeurt niet vaak maar als dat wel het geval is kan de 'shoot' beginnen.  

Torenvalk

Bruine Kiekendief

Bruine Kiekendief

Bruine Kiekendief

Verdekt opstellen, je onzichtbaar maken, of anders gezegd, je als mens onherkenbaar maken. Zien ze een mensfiguur dan is het rechtsomkeert en weg. Roofvogels hebben zeer goede ogen. Wat een roofvogel ziet is 8x groter dan wat wij als mens zien. Camouflage is met deze fotografie dan ook een vereiste. Camouflagenet, een schuiltent of je trekt een camouflagepak zijn voorbeelden wat je gebruiken kan. Maar ook je auto kan goed dienen als schuilgelegenheid. 

Buizerd

Torenvalk

Torenvalk

Buizerd

Buizerd

Torenvalk

Een leuk project waar ik al menige uurtjes met genoegdoening mee bezig ben geweest. Ook die keren dat het niet zo succesvol is geweest wat roofvogels betreft. Er komen zo vaak andere vogels voorbij en dan verleg je even je focus. Een project waar ook nog geen einde van in zicht is. Dit project kan jaren duren. Elk broedseizoen biedt weer nieuwe kansen om nieuwe plekken en roofvogels te vinden en te fotograferen en hopen dat de afbeeldingen nog mooier zullen zijn dan die keer of jaar daarvoor. En natuurlijk, vooral; geduld, heel veel geduld.  

Fotoreis Senja-Noorwegen. Februari 2020

Begin december lees ik een advertentie over een fotoreis naar het Noorse eiland Senja. Een eiland gelegen boven de Poolcirkel, ten noorden van de wereldberoemde Lofoten. Georganiseerd door Gertjan Onvlee in samenwerking met Foto Filippo te Leiderdorp. Na het bekijken van foto's en videofilmpjes op de site van Gertjan Onvlee, over het eiland en zijn fotogenieke plekjes, was ik om. Dit wilde ik meemaken en schreef mij in voor deze reis.

Senja, het op één na grootste eiland in het noorden van Noorwegen, kenmerkt zich met uitgestrekte besneeuwde berglandschappen met hoge pieken en een ruige kust, waar je als fotograaf je hart kunt ophalen om al dat mooist te fotograferen. Door de ligging van het eiland is het ook nog eens een ideale plek om met heldere nachten het noorderlicht te zien en te fotograferen.

Er komt nogal wat bij kijken als je zo'n reis wil maken. Met name met betrekking van kleding wat je in het hoge noorden van Noorwegen beslist nodig hebt. Voldoende laagjes, Thermo ondergoed, pully's, gevoerde broeken, gevoerde mutsen, handschoenen, wanten én bergschoenen. Je zult begrijpen, het meeste moest nog aangeschaft worden want dat soort kleding had ik niet klaar in de kast liggen. Wat ik ook nog extra aangeschaft heb zijn camera accu's en geheugenkaartjes. Door de vrieskou kunnen accu's sneller leeglopen en zonder stroom wil je toch niet komen te zitten wanneer je 's nacht op locatie het noorderlicht staat te fotograferen. Het noorderlicht, het hoofdonderwerp nota bene om deze reis aan te gaan .

Foto Filippo boekte voor de deelnemers de vluchten en wel zo dat we naast elkaar een plaats in het vliegtuig hadden. Wel zo gemakkelijk. De eerste vlucht van Amsterdam naar Oslo zal vertrekken om 10.45 uur. Voor mij houdt dat in dat ik een dag eerder van huis moet om de eerste vlucht te kunnen halen. Ik moet immers van Terschelling komen, een eiland die een verbinding heeft naar het vaste land met een veerboot. 

Maar het is gelukt. Om half negen in de ochtend ben ik op Schiphol en ontmoet de twee andere medereizigers/fotografen voor deze reis. Arno Sormani en Netty Lalieu. Met enige vertraging zijn we dan onderweg naar Oslo. Op het vliegveld Gardermoen te Oslo moeten we het volgende vliegtuig nemen naar Bardufoss. Dat ligt onder Tromsø. Hier werden we ontvangen door Gertjan Onvlee, medewerker van Foto Filippo, én Senja kenner. Gertjan is onze workshopleider en was een dag eerder op Senja aangekomen om een auto te regelen en kamp te maken in één van de 'Northernlight Appartments' van hotel Mefjord-Brygge te Mefjordvær. Even later gaan we per auto op spijkerbanden naar onze bestemming op Senja. Een rit van ca. twee en een halfuur. Het is inmiddels donker als we beginnen te rijden.

Na aankomst bij hotel/appartement Mefjord-Brygge te Mefjordvær nemen we bezit van het appartement, kiezen een slaapkamer en gaan eten in het restaurant. Na de maaltijd wordt een glimp van noorderlicht gezien. Gertjan vraagt of we nog wel zin hebben in het fotograferen van het noorderlicht en niet liever ons bed willen opzoeken. Unaniem kreeg Gerjan te horen: "hier komen we voor, laten we gaan". Even later stonden we met ons vieren een paar kilometer terug van het dorp aan de kant van de weg het schitterende schouwspel van dit natuurlijk fenomeen vast te leggen.

Aankomst Bardufoss. Foto Gertjan Onvlee        De lange autorit naar Mefjordvær

En dan zie ik voor het eerst in mijn leven het noorderlicht in het echt. Fascinerend natuurverschijnsel van geladen deeltjes die door de zon zijn weggeschoten. Foto's genomen met een lichtsterke Nikon 14-24mm groothoeklens f/2.8 en lange sluitertijden, 10 sec met diafragma f/2.8 op 24 mm. De ISO op 1600.

In actie: foto Gertjan Onvlee

Activiteit in het noorderlicht. Belichting 15 sec op f/2.8, ISO 1250, 24mm.

Een andere locatie. Bergsbotn. Voor de linkerfoto een belichtingstijd van 10 sec. f/2.8, ISO 1250 op 24mm. De rechter foto: 15 sec. f/2.8, ISO 1250 op 24 mm.

Het is een lange dag geworden. Een reisdag en als je eindelijk bent aangekomen ook nog actief aan de slag met het noorderlicht. Voor de volgende dag spreken we af om 08.00uur weer paraat te staan. We gaan klimmen.

De drie noorderlicht appartementen van hotel Mefjord-Brygge te Mefjordvær.

Dag twee, dinsdag 25 februari 2020. We gaan klimmen. Een klein bergje aan het eind van dit schiereiland biedt een mooi uitzicht over het fjord en het dorp. Met sneeuwschoenen aan gaan we deze klim aan. Fotoapparatuur op de rug en gaan. Het uitzicht was prachtig. De zon schijnt maar een sneeuwbui nadert. Uitzicht over zee, over het dorp Mefjordvær en op het volgende schiereiland tegenover ons.  Tijd voor koffie was er ook, heet water en instant koffie meegenomen, Na genoeg foto's geschoten te hebben weer naar beneden. Terug naar het appartement voor de lunch,

Uitzichtpunt op monding van de Mefjord

Naderende sneeuwbui nabij Mefjordvær

Uitzicht op hotel Mefjord-Brygge

Zon komt boven bergkam te Mefjordvær

Dag drie, woensdag 26 februari 2020. Gertjan brengt ons naar Skalandfjord. Er is een strandje, genaamd Bøstrand en daar worden we losgelaten om ons met onze camera's uit te leven.

Skjåholmen. De rustige zee beukt toch nog op de rotsen.

Arno en Nico. Netty zit er achter. foto Gertjan Onvlee

Opzetten van de apparatuur. Arno, Gertjan en Netty

vakantiehuizen en een paar vervallen schuren aan het Bøstrand, Skalandfjord.

Naar de volgende locatie. Een dag eerder hadden we al een mooie plek gezien met op de achtergrond spitse bergen. Het leek ons wel mooi om daar wat foto's te schieten. Dus op naar Tungeneset aan de Steinfjord.  Onderweg daar naar  toe vroegen we Gertjan om te stoppen. We zagen enorme ijspegels hangen aan de rotswanden aan de kant van de weg. Een paar dagen voordat wij op Senja arriveerden had de temperatuur boven nul geweest met dooi als gevolg. Dat had op sommige plekken enorme ijspegels gevormd.

Hier moest even bij stilgestaan worden. Grote, lange ijspegels met doorkijkjes. Lampje erbij voor wat lichteffect. Foto boven en rechtsonder:: ISO 250, 1/100 sec, f/9. Foto boven tekst: ISO 800, 1/100 sec,. f/9

En dan Tungeneset. Een stevige bries, een ruige kust en een ruwe zee. Hier konden wij wel wat mee. Je moest niet al te gek willen doen hier op de rotsen. Hoe dichter bij de rotsen, hoe mooier de foto's. Eén van de aanwezige fotografen (niet bij ons groepje horend) dacht er zo ook over en klauterde over de rotsen steeds dichter naar de zee. Dat moeten toch spectaculaire beelden worden moet de man gedacht hebben. En spectaculair werd het voor hem. Een grote golf beukte tegen de rotsen, spoelde erover heen en nam de man mee. Gelukkig landinwaarts, maar de man had een nat pak en zijn camera was aan gruzelementen. Wij hielden wijselijk enige afstand uit respect voor de zee en hielden alles heel. Met de mooie achtergrond leverde dat niet minder spectaculaire beelden op. Een prachtige plek. Hieronder de beelden daarvan.

Met een stevige bries beukt de zee op de rotskust van Tungeneset aan het Steinfjord. ISO 400, 1/30 sec. f/8 op 70mm

Nikon D610, ISO 400, 1/30 sec, f/8, 135mm       Nikon D610, ISO 400, 1/30 sec, f/8, 145mm

Nikon D610, ISO 400, 1/60 sec f/8,  92mm

Nikon D610, ISO 400, 1/30 sec, f/8, 70mm

Het leven zit vol verrassingen. Nadat wij in het appartement terug waren en lekker hadden gegeten in het restaurant werden we om 21.30 uur verrast door het noorderlicht. In 'no time' stonden we alle vier op het steigerterras voor ons appartement met onze camera's op statief opgewonden het noorderlicht te fotograferen. De activiteit in de Aurora Borealis was hoog en maakte ons enthousiast en opgewonden. Wat is het toch een mooi schouwspel. Zo mooi en actief als op deze avond is het in mijn ogen niet meer geworden.

Nikon D5, ISO 1250, 4 sec, f/2.8, op 22mm

Nikon D5, ISO 1250, 6 sec, f/2.8 op 22mm

Recht boven mijn hoofd met de Grote Beer rechts. Nikon D5, ISO 1270, 4 sec, f/2.8, 22mm

Nikon D5, ISO 1270, 6 sec, f/2.8 op 22mm

Nikon D5, ISO 1270, 6 sec, f/2.8 op 22mm

Langzaam wordt de activiteit van het noorderlicht minder en trekt het door de bewolking dicht. Gezicht op Mefjordvær in de avond. Nikon D5, ISO 1008, 2 sec, f/2.8 op 22mm. Belichting in de nabewerking opgeschroefd en schaduw verminderd.

De plannen voor de volgende dag worden besproken. Het zal een lange dag worden en vroeg opstaan. Gertjan wil om 08.00uur gaan rijden. Het plan is om naar het zuiden van Senja te gaan. Het eiland is groot en de rit zal een tweeënhalf uur duren met onderweg een paar locaties om te fotograferen. Om middernacht liggen we dan ook al lekker in ons bed.

Dag vier, donderdag 27 februari 2020. Vroeg weer op, koffie, douchen en ontbijten. Zoals gezegd, om 08.00uur rijden we. Gertjan rijdt eerst naar Bergsbotn. De zonsopkomst schijnt daar mooi op de besneeuwde bergen, water voor ons, mooi locatie. Veel gefotografeerd daar en daarna naar een uitzichtpunt gereden welke een mooi plaatje van Bergsbotn opleverde.

Bergsbotn met zonsopkomst. Nikon D5, ISO 100, 1/125sec., f/11 op 16mm

We rijden verder naar het zuiden. Een lange rit met bestemming het Anderdalen nationaal park. Het doel is  Rødsand voor zonsondergang te bereiken. De zon beschijnt dan de tegenoverliggende bergformaties, Bijna bij Rødsand zien we een aantal rendieren. Dus stoppen en foto's maken. Later in de week zien we weer rendieren en daarvan zal ik enkele afbeeldingen laten zien, verderop in dit verhaal.

Als we ter plekke zijn merken we dat we ons goed moeten beschermen tegen de snijdende wind. Het is er koud maar verschrikkelijk mooi is het aanblik op de door de zon verlichte bergen aan de andere kant van het fjord. Aan de slag!

Wat een mooi uitzicht met de ondergaande zon. Nikon D5, ISO 100, 1/40 sec, f/8, 28mm

Ik werd door Gertjan vastgelegd tijdens het fotograferen op deze mooie locatie .

Panoramafoto van 7 foto's. Nikon D5 met Nikkor 16-32mm, ISO 100, 1/40 sec, f/8, 22mm

Nikon D5, ISO 400, 1/80 sec, f/8 op 16mm

Drogende Kabeljauw. Stokvis in wording.

Gertjan en Arno willen wel even poseren

Nikon D5, ISO 100, 1/40 sec, f/8 op 22mm

Panoramafoto van 8 foto's. Nikon D5 met Nikkor 16-32mm, ISO 100, 1/40 sec, f/8 op 28mm.

Na een uur heb je alle hoekjes wel gehad. Tijd om ons te verplaatsen. We gaan dezelfde weg terug, een andere weg is er niet, we stoppen bij een camping, The Norwegian Wild/Camp Tranøybotn. Het is inmiddels donker geworden. Vanuit hier is het wandelen, de bergen in. Fototas op de rug, sneeuwschoen aan en lampje op ons hoofd,

Foto Gertjan Onvlee met zijn mobieltje. Het is helemaal donker wanneer wij onderweg zijn, hoofdlampje op, sneeuwschoenen aan en skistokken in de hand én de fototas op de rug. Even een stop om de GPS te controleren of we nog op de juiste koers liggen. Even op adem komen was ook wel even lekker. 

Volgens Gertjan is het wel even lopen naar een plateau waar we niet gehinderd worden door lichtvervuiling. Het is de plek waar we vanavond het noorderlicht gaan fotograferen. Volgens de app Aurora maken we veel kans daarop. Hoe intensief en actief dit vanavond zal zijn weten we nog niet. Het is in ieder geval helder en er is een prachtige sterrenhemel te zien met een wassende maan en de planeet Venus. Na een goed half uur komen we op de plek die Gertjan in gedachten had.  De apparatuur wordt klaar gezet en de eerste beelden worden vastgelegd. Niet veel activiteit in het noorderlicht. Ik houd mij eerst maar even bezig met de sterren. De Melkweg is duidelijk waarneembaar en enige tijd later zelfs samen met het noorderlicht. Zo, die heb ik.

De Melkweg, gezien op Senja. Nikon D5, ISO 1500, 20 sec., f/2.8 op 22mm

Het kooktoestelletje van Gertjan voor de warme maaltijd op de fotolocatie.

Ondertussen heeft Gertjan een tankje met benzine onder druk gebracht, aangesloten op een benzinebrander en kookt water, Aangezien wij vanavond niet in het restaurant van ons hotel eten, doen we dit ter plaatse. Een instant maaltijd, water er op gieten en dan goed roeren. Wordt het te droog, dan nog wat water erbij. En dat allemaal in het zakje waar de instant maaltijd in zit. Het smaakte niet slecht en de maag werd gevuld. Zo doe je dat dus, een soort van 'survival'.

Noorderlicht dus, daar kwamen we voor. Er zijn heel veel opnames gemaakt hoewel de activiteit matig was. Zo nu en dan begint het wat te 'vlammen', en dan is het weer heel rustig, De 'boog' van groen licht is er voortdurend maar is amper actief. Toch kan je er geen genoeg van krijgen. Het kan plotseling erg actief worden, dus je blijft maar afdrukken want als dat moment er is dan heb je het er toch maar mooi opstaan. Een paar uur zijn we er mee zoet geweest. Actief of niet, het is een wonderlijk fenomeen.

Hieronder een reeks van het noorderlicht in het Anderdalen National Park op Senja.

Alle opnames gemaakt met Nikon D5 met Nikkor 14-24mm f/2.8 lens

De Melkweg en het noorderlicht. ISO 1600, belichtingstijd 20 sec, f/2.8 op 22mm

ISO 1600, 20 sec., f/2.8 op 22mm, De activiteit in het noorderlicht komt op gang.

ISO 1250, 10 sec, f/2.8 op 22mm, Activiteit in het noorderlicht. Het wordt leuker!

ISO 1250, 10 sec., f/2.8 op 22mm met lekker wat activiteit in het noorderlicht

ISO 1250, 10 sec., f/2.8 op 14mm. Hier neemt de activiteit weer wat af.

ISO 1250, 10 sec., f/2.8 op 22mm. Met activiteit in het noorderlicht en vallende sterren.

ISO 1250, 10 sec, f/2.8 op 14mm. Het danst nog mooi. Ook hier weer vallende sterren.

ISO 1250, 10 sec, f/2.8 op 20mm. Afnemen-de activiteit. We houden het voor gezien.

Op een gegeven moment, het is 22.40 uur, besluiten we op te breken, in te pakken en de wandeling terug te beginnen. Voordat we bij de auto zijn is het 11.10uur -afdaling ging sneller- en we hebben nog een bijna twee uur durende autorit voor de boeg. Om 01.00 uur zijn we weer in het appartement. Nog wat napraten met een kop thee. Gertjan verteld zijn plan om de volgende dag de berg Hesten Peak te beklimmen -deze is vanuit het appartement te zien- om de berg 'Segla' te fotograferen. Dit is een behoorlijke klim, niet erg stijl maar wel een erg lange klim.  Dit lijkt mij toch te zwaar te worden, gezien ik nog maar net een jaar een nieuwe heup heb. Al de voorgaande klimpartijen heb ik meegedaan maar die waren niet zo lang dan deze klim gaat worden. Ik wil geen blok aan been zijn voor de andere 'expeditieleden'. Ik besloot om op de basis te blijven. ik zou mij vermaken met fotobewerking en een wandeling in het dorp te maken. Voor mij een verstandige beslissing.

De berg 'Segla' (rechts), gezien vanuit het appartement. De bedoeling is een stuk de linker berg op te lopen om de rechter te fotograferen. Jammer det het vandaag niet zonnig is.

Dag 5. Vrijdag 28 februari 2020. Het gezelschap Gertjan, Netty en Arno gaan vandaag naar het plaatsje Fjordgard. Dit plaatsje ligt aan de oostkant van het schiereiland waar ik vanuit het appartement op uit kijk. Ik zie de westzijde daarvan met zicht op de spitse berg 'Segla', het doel van de drie avonturiers. Ik blijf vandaag op de basis.

Vanuit Fjordgard vangt de klim aan via het 'Hesten Trail Head'. 'Hesten Peak' is de naast gelegen berg en op een kwart van die berg is de 'Segla' mooi te fotograferen. Na ca twee uur zijn ze op de plek waar ze willen zijn. Dan is het eerste even uitblazen van de klim en genieten van het uitzicht op 'Segla' en de omgeving. Na de shooting volgt de afdaling. Gertjan heeft een fotoverslag gemaakt waarvan enkele hieronder zijn te zien.

Om 17.00uur zijn de drie terug op de basis. Ik kan me voorstellen dat het een beleving is geweest. Toch heb ik er geen spijt van dat ik deze klim niet ondernomen heb, Volgens mij is dat een verstandige beslissing geweest. En door de foto's van Gertjan heb je toch een beetje het gevoel erbij geweest te zijn.

vanuit het dorpje Fjordgard begint de klim. foto: Gertjan Onvlee

Doel bereikt. De fotogenieke spitse berg Segla. foto: Gertjan Onvlee

Segla in al haar glorie. Arno en Netty nemen de tijd om eerst goed te kijken alvorens te fotograferen. Foto: Gertjan Onvlee

Dan breekt de laatste fotografische dag al weer aan. Zaterdag 29 februari 2020. We toeren nog wat, richting Hamn. Rode Noorse huisjes hopen we daar aan te treffen, maar dat viel wat tegen,

Niet alleen rode huisjes in Hamn

Noors huisje in traditionele kleur

Halverwege de middag zijn we bijna weer terug in Mefjordvær en spotten we twee rendierbokken aan de bergkant. Natuurlijk direct stoppen en foto's maken. De rendieren dachten er anders over, Die wilden snel weg, springen de weg op en zetten de sokken erin. Vandaar dus de naam rendier. Wat kunnen die beesten hard lopen. We rijden het dorp in en spotten de rendieren nu aan de kant van de kust, achter de woonhuizen. Weer staan we met de camera's die beesten vast te leggen. Toch leuk op deze laatste middag.

Een jonge rendierbok. Wildlife van Noorwegen. Nikon D610, ISO 100, 1/125 sec f/8, 200mm

Nikon D610, ISO 100, 1/125 sec f/8, 200mm

Nikon D610, ISO 100, 1/125 sec f/8, 200mm

Nikon D610, ISO 100, 1/125 sec f/8, 200mm

Nikon D610, ISO 100, 1/125, f/6.7, 200mm

Na deze intermezzo gaan we in het appartement de lunch inhalen om daarna weer naar buiten te gaan om nog een keer te fotograferen aan de kust. Het licht wordt al minder maar het kan nog.  Ik leef mij nog één keer uit op het prachtige Senja. Ik vraag mij af: hoe zal het hier in de zomer zijn? Net zo mooi? Of.....

De mooie kusten van de fjorden op Senja. Mefjordvær, laat in de middag, weinig wind en kalme zee, Nikon D5, ISO 100, 2 sec., f/8 op 23mm

Nikon D5, ISO 100, 2 sec. f/8 op 23mm

Nikon D5, ISO 100, 2 sec. f/22 op 28mm

De kust van Mefjordvær. Nikon D5, ISO 100, 2 sec. f/6.3 op 28mm

Mefjordvær en zonsondergang. Nikon D5, ISO 100, 2 sec. f/22 op 28mm

Laatste avond, de laatste maaltijd én.........het laatste noorderlicht. Na de maaltijd. Het is behoorlijk bewolkt. Door de gaten in de wolken bespeuren we het noorderlicht. Iedereen denkt eigenlijk aan koffers pakken maar het noorderlicht heeft een grote aantrekkingskracht en 'in no time' staan er vier statieven op de steiger. Er is zoveel bewolking dat het erg tegenvalt. we zijn er dan ook gauw mee klaar. De laatste foto van het 'Senja noorderlicht' en de camera's worden definitief ingepakt. Rugtassen klaar om op reis te gaan!

Het laatste noorderlicht van Senja van zaterdagavond 29 februari 2020. nikon D5, ISO 100, 15 sec. f/2.8 op 21mm

Voordat we naar bed gaan wordt de week op Senja nog even geëvalueerd. Algemene mening is dat we allemaal erg tevreden kunnen terugkijken op deze week. Gertjan krijgt alle lof over zijn kennis van Senja met de mooie locaties, zijn veilig rijden over de wegen van Noorwegen, zijn enthousiasme en goed workshopleiderschap. We zijn een fijn groepje fotografen geweest, ook erg enthousiast en gemotiveerd.  Zeer tevreden dat wij hebben ingeschreven in de door Foto Filippo, Leiderdorp (Remco en Gertjan) georganiseerde reis. Gertjan, Netty en Arno, mijn reisgenoten, bedankt!

Boarding op vliegveld van Bardufoss. Binnelandse vlucht naar Oslo. Op vliegveld Gardermoen overstappen voor de vlucht naar Amsterdam. Foto Gertjan Onvlee

De drie deelnemers van deze fotoreis, van achter naar voor: Arno  Sormani, Nico Donkerbroek en Netty Lalieu. Foto Gertjan Onvlee

Dit was het. Einde van het verslag. Bedankt voor het lezen.

Bonte Strandloper.

September, maand van de vogeltrek. Kansen om vogels te waar te nemen die op Terschelling alleen in maart/april of in september/oktober voorkomen. Na een paar weken mantelzorg te hebben verleend werd het de hoogste tijd om er weer eens op uit te trekken met de camera. Een mooie middag, opkomend water, de vloed heeft nog een paar uur te gaan. Op de fiets met het karretje er achter, fietsend op de inspectie/onderhoudsweg aan de Waddenkant van de dijk. Bij de Strieperkwelder stop ik even om te kijken of er iets de moeite waard van fotograferen is. De vogels zitten een behoorlijk eind weg. Ver weg, te ver; Scholeksters, Rosse Grutto, Groenpootruiter en Lepelaar. Toch maak ik een paar opnames, gebruikmakend van de fietszadel als statief wat eigenlijk niet ideaal is. Een overzichtsfoto en maak even verder nog een paar. Klik op de foto voor een grotere afbeelding

Verzamelplaats                                                             Rustplaats

Overwegend Goudplevier

Groenpootruiter

Nog voor het 'Sehaal' zitten een paar Goudplevieren en Groenpootruiters. Ook hier maak ik een paar opnames, ook weer vanaf de fietszadel als steun. Dat werden niet zulke mooie foto's maar laat er toch twee zien. Bij de volgende stop toch maar het statief gebruiken. de 800mm is behoorlijk zwaar om stabiel te houden. Met statief kan je toch beter op het kopje van de vogel richten.

Goudplevier en Groenpootruiter

Groenpootruiter

Nog voor ik bij 'de Ans' kwam zag ik een leuk tafereeltje. Steenlopers waren aan het foerageren. Er lagen vele hoopjes 'blaasjeswier en deze vogels schoven met hun snavel steeds de hoopjes wier wat opzij en ondersteboven in de hoop daaronder nog wat voedsel te kunnen vinden die dan de weg naar een Steenloper-maag zouden volgden. Vaak met succes.

Steenloper, op zoek naar voedsel. D5 met 800mm met 1.25 converter en 1.5x cropfactor.

Ook op deze plek op het Wad waren jonge Kanoeten aanwezig. Druk bezig met foerageren. De vogels zaten redelijk dichtbij. Van de Steenlopers zijn we dat gewend. Altijd dichtbij op de balkstenen die tegen de dijk gestort zijn. Komen dus goed in beeld en ik mag ze graag zien. De Kanoet zochten het ook dicht bij de dijk, zodat ik ook deze vogel goed in beeld kan brengen. Mooie steltloper met  korte poten en een rechte, vrij dikke snavel. Trekvogel, die broedt op droge grond in hoogarctische gebieden.

Kanoet aan het foerageren. Met het opkomend tij nog snel wat voedsel vergaren. D5 met 800mm met 1.25 converter en 1.5x cropfactor.

Bonte Strandloper. D5 met 800mm met 1.25 converter en 1.5x cropfactor. Brandpuntsafstand 1500mm

Bonte Strandloper. D5 met 800mm met 1.25 converter en 1.5x cropfactor.

Bonte Strandloper. D5 met 800mm met 1.25 converter en 1.5x cropfactor. Brandpuntsafstand 1500mm

Bedankt voor het kijken. Tot de volgende

Langs de Waddendijk.

Voor een fraaie zonsondergang moet je aan het Noordzeestrand zijn. Langs de Waddendijk op Terschelling heb je dat niet, daarvoor moet je aan de Friese Waddendijk zijn. Ik fiets vaak over de onderhoudsweg van het Waterschap aan de buitenkant van de dijk. Neem de plekjes gewaar waar ik een mooie foto in zie. Dan wordt het plannen wanneer. Hoe is het licht en of er een mooie wolkenlucht is op de dag dat je wilt gaan. Voor het plannen maak je gebruik van apps die je daarbij helpen kunnen. Ik maak gebruik van WeerXL, Buienradar, Photopills, TPE, Planit of Getijden. Ik ga dus voorbereid op pad en dan nog valt het met de wolkenlucht toch weleens tegen. Je bent niet zomaar ook nog eens een weerman.

Toen ik van huis ging was het nog helder met mooie wolkenpartijen. Eenmaal ter plekke was het anders. Een naderende bui. Buienradar zat er even naast en ik kreeg een nat pak (Nikon D5, ISO 100, f8, 1/100 sec., 32mm)

Van West naar Oost gaan mijn tochtjes. Als eerste West.

Aan het einde van de dag, een uur voor zonsondergang. Mooi warm licht, helaas weinig wolken maar kwam eigenlijk ook weer goed uit. De zon kon zich niet verschuilen. Bij het 'lichtje' en de granieten beelden, deed het gouden licht mij fascineren. Je moest wel goed uitkijken want je had zomaar schapenstront onder je zolen. De schapen waren ook geïnteresseerd in mijn fiets want die lag even later omgevallen op één oor. Op een gegeven moment staat de zon in het verlengde van de dijk. Het tegenlicht  geeft mooie contouren op de vacht van de schapen. Met een ND16 grijsfilter en een belichtingstijd van 4 sec met f14 maak ik er een foto van waar ik tevreden mee kan zijn. Toch houd ik voor ogen dat ik dit onderwerp nog beter kan maken, dus ik moet dit nog eens doen.    

Strijklicht valt over de dam en het beeld. (Nikon D610, ISO 100, f8, 1/20 sec, 35mm)

De ondergaande zon zorgt voor een lichte contour om de vacht van de schapen. (Nikon D610, ISO 100, f14, 4.0 sec. 35mm)

Op een ander moment plan ik dat ik het Wad bij laag water ga fotograferen zuidelijk van de Strieperpolder en de Strieper Kwelder. De lange rijen stobben -restanten van paaltjes- beginnend onderaan de dijk en lopend in oostelijke richting ligt al enige tijd in de planning. Althans, de foto die ik wil maken zit al enige tijd in mijn hoofd.

Eenmaal ter plaatse valt het niet mee een mooie compositie van het beeld te maken. De wolken werken niet mee, of bedoel ik te zeggen, de wind. De wolken dreven van rechts naar links in mijn beeld. Het was een zuidwestelijke wind. Een noordelijke wind was fotografisch gezien beter geweest. Dan hadden de wolken van achter aan komen drijven en naar het oneindige in het verlengde van het kijkrichting verdwijnen. Naar de lucht kijkend bemerk ik dat de gewenste vormen van de wolken die ik boven de paaltjes voor ogen had ook niet zal komen overdrijven. Reden te meer om op deze plek terug te keren met wind uit het noorden en een wolkenlucht waar de gewenste wolkenvorm tussen zal zitten.

De stobben van de rijen paaltjes hebben een piramidevorm. De omgekeerde vorm daarvan mis in de wolkenformatie. Was dit wel het geval dan had het beeld veel boeiender geweest. (Nikon D610, ISO 100, f8, 1/125, 35mm)

Een strekdam aan de dijk, ter hoogte van de Strieperpolder. (Nikon D610, ISO 100, f8, 1/180. 16mm)

Het wad bij de Ans. Dit dammetje is mij al zo vaak opgevallen. Maar, meestal was het te hoog water of was er te veel licht. Nu kwam ik er tegen zonsondergang. Het gouden uurtje was net begonnen. Nu had ik de gelegenheid en zette ik  de camera op statief. Over de balkstenen klauterend  kwam ik op het Wad om een laag standpunt te kiezen en maakte de volgend foto.

'Dammetje' van palen en stortsteen die de Ans begrenzen. (ISO 100, f13, 1/4 sec, 35mm)

Oosterend. De laatste locatie in dit blog. Tussen Lies en Oosterend zijn onder de dijk op het wad ook menige plekjes waar ik wel een mooi  beeld in zie. Deze omgeving staat daarom ook in mijn To-Do-List. De stijger (Lies), verscheidene strekdammetjes, de Oeltsjijs (kleine strook land buiten de dijk), drooggevallen zeilboten, veel vogels en nog veel meer. Naast het lekker bezig zijn met mijn passie is het ook vooral genieten van de natuur aan het Wad, van de landschappen, van het gevoel van vrijheid, de serene rust met de geluiden van het water, van de wind, de geluiden van de vogels. Naast het maken van foto,s zijn dat elementen die het fotograferen zo aangenaam maken. Van enkele tochtjes naar het oostelijk deel van de Waddendijk zie je hieronder wat beelden.

De 'Oeltsjijs' nabij de Dwarsdijk. (ISO 100, f11, 1/45 sec, 70mm)

Een drooggevallen schouw op het Wad ter hoogte van de Dwarsdijk. (ISO 100, f5,6, 1/200sec, 800mm)

Oosterender Waddendijk. (ISO 100, f8, 1/30 sec, 70mm)

Drooggevallen klipper(ISO 100, f8, 1/60 sec, 200mm)

De Wierschuur. (ISO 100, f8, 1/60 sec, 35mm

Bedankt voor het lezen en kijken van dit blog. Tot de volgende.

De heide bloeit.

Foto 1. Het Groenplak met de bloeiende heide. (Nikon D5 met Nikon 16-35 f4.0, grijverloopfilter GND 8 en polarisatiefilter. ISO 200, f11, 1/:25, 16mm)

Het paarse goud

Geboeid en gefascineerd door natuur- en landschapsfotografie? Als je op Terschelling bent dan mag een bezoekje aan de Landerummerheide en het Groenplak niet ontbreken. De bloeiende heide komt overweldigend over en dat mag ik graag vastleggen. Natuurlijk, het komt elk jaar weer terug. Maar elk jaar wil je die van het vorige jaar weer overtreffen. 

Bovenstaande foto is van het Groenplak, gemaakt in de late middag. Een groot veld gelegen tussen de Longway en het Helmedunepad. Het zou geen overbodige zaak zijn op deze plek ook begrazing toe te passen zoals ook op de Landerummerheide is toegepast. Veel Vogelkers en jonge eik bederft het aanblik van het heideveld van het Groenplak.

Foto 2. Veel ongewenste vegetatie in het heideveld van Amerikaanse Vogelkers (Prunus serotina en zaailingen van de zomereik (Quercus robur) en grassen in het Groenplak. (Nikon D5 met Nikon 16-35 f4.0, grijverloopfilter GND 8 en polarisatiefilter. ISO 200, f11, 1/:5, 16mm)

Foto 3. Mooie luchten in augustus en strijklicht. (Nikon D5 met Nikon 16-35 f4.0, grijverloopfilter GND 8. ISO 200, f11, 1/:25, 16mm)

De volgende dag vroeg op met als doel: de heide fotograferen bij zonsopkomst. Om zes uur ter plekke op de Landerummerheide. Om me heen kijkend zoek ik een geschikte plek om zoveel mogelijk van het heideveld in het beeld te krijgen. Eerst  tussen de heide op een vlakke grond. Even later een duintje gezocht om toch wat meer boven de heide uit te komen. Statief uitgezet met Sunwayfoto GH-PRO Geared head en camera D5 erop met op de lens (Nikon 16-35mm f4.0) de filterhouder (Benro FH100M2 MKII) met een GND 8 harde overgang. Ik kan aan de slag.

Foto 4. De zon is al twintig minuten boven de kim herrezen maar moet nog boven een band bewolking uit klimmen. (Nikon D5 met Nikon 16-35 f4.0, grijverloopfilter GND 8. ISO 400, f 8, 1/:13, 25mm)

Foto 5. De zon is nog niet in beeld maar de kleuren worden warmer, de heide krijgt kleur. (Nikon D5 met Nikon 16-35 f4.0, grijsverloopfilter GND 8. ISO 400, f8, 1/:13, 25mm)

Langzaam klimt de zon maar is nog niet te zien. Ze zit nog achter de bewolking. De kleur verandert langzaam. Een gouden gloed valt over de heide. Het paars wordt feller. Het is 06.35u. Het licht is steeds aan het veranderen. Het wordt lichter en geeft nog steeds een gloed over de heide. Jammer dat de nachten nog niet kouder zijn want ik mis nog wat grondmist. Dat had deze fotosessie nog mooier gemaakt. Het weer de komende dagen in de gaten houden, misschien krijg ik nog een mogelijkheid daar eens mee aan de slag te gaan.

Foto 6. Het wordt al lichter. De zon breekt echter nog niet door de wolken. (Nikon D5 met Nikon 16-35 f4.0, grijverloopfilter GND 8. ISO 400, f11, 1/15, 16mm)

Foto 7.  (Nikon D5 met Nikon 16-35 f4.0, grijverloopfilter GND 8. ISO 400, f11, 1/15, 35mm)

Foto 8.  (Nikon D5 met Nikon 16-35 f4.0, grijverloopfilter GND 8. ISO 200, f16, 1/4, 35mm)

Foto 9. (Nikon D5 met Nikon 16-35 f4.0, grijverloopfilter GND 8. ISO 100, f16, 0.8 sec, 16mm)

 Foto 10. De camera is hier gericht naar het noorden. Strijklicht valt over de heide wat een mooi effect geeft. (Nikon D5 met Nikon 16-35 f4.0, grijverloopfilter GND 8. ISO 100, f18, 2.0 sec, 35mm)

Foto 11. Het is 07.17u, het gouden uurtje is al even voorbij. De zon komt nu boven de wolken uit. Het ND 16 filter erbij geschoven om het felle zonlicht te breken. De paarse kleur is door het tegenlicht ietwat witter geworden. (Nikon D5 met Nikon 16-35 f4.0, ND 16 filter, grijverloopfilter GND 8. ISO 100, f13, 1.o sec, 16mm)

Om 07.17u, het gouden uurtje is al even voorbij. De zon komt nu boven de wolken uit. Het ND 16 filter erbij geschoven om het felle zonlicht te breken. Nog een opname en dan wordt het tijd om mij te verplaatsen naar de andere kant van het heideveld. Ik wil de zon nu achter mij hebben en zie een eenzame dennenboom daar staan. die wil ik  nog even op de foto zetten. Ik ben even een tijdje aan het zoeken wat ik de mooiste hoek vind om er een opname van te maken. Dat was nog even lastig. Telkens wanneer ik denk die te hebben gevonden blijkt mijn schaduw en die van het statief met de camera in het beeld te vallen. Weer een andere plek zoeken. Dat werd links vanaf mijn eerste standpunten en dan wel zo dat ik de camera kon wegdraaien van mijn schaduw. Dit was beter maar het nadeel hier weer van dat er minder van het heideveld op de foto kwam. Ach, je kunt ook niet alles krijgen zoals je het hebben wil. Het geeft toch nog een aardig beeld voor wat ik in mijn hoofd had.

Tien over acht ben ik weer bij mijn vervoermiddel -de fiets- en laad de tas en het statief op de bagagedrager. Met een goed gevoel dat er mooie foto's bij zitten ga ik weer op huis aan. Later blijkt dat ik tevreden kan zijn ondanks het gemis van aanwezig grondmist. Reden temeer om weer terug te keren naar de Landerummerheide wanneer de kans op grondmist aanwezig is. Naast landschapsfotograaf moet je ook nog een beetje weerman zijn. De tijd zal het leren.

Foto 12. De eenzame Dennenboom in de Landerummerheide. (Nikon D5 met Nikon 16-35 f4.0, grijverloopfilter GND 8. ISO 100, f11, 1/:60 sec, 28mm)

Ook op de Halfwegdune staat de heide volop in bloei. Ik vraag mij alleen af of Staatsbosbeheer van dit duin een bosgebied wil maken. Het staat er barstensvol Denneboom wat de heide in de weg staat. Kap weg en laat de heide daar overheersen.

Er is geen sprake meer van een behoorlijk heideveld. Het zicht wordt al gauw ontnomen door Dennenbomen. Foto 13 en 14 laten dat maar al te goed zien. Jammer eigenlijk. Zonder die bomen is het een behoorlijke oppervlakte aan heide dat altijd een prachtig gezicht was.

Afb 13. Boven op de Halfwegdune waar het zicht op het heideveld -die een behoorlijke oppervlakte heeft- erg wordt belemmerd door de grote hoeveelheid zaailingen van de Denneboom.

Afb 14. Het zicht op de heide had zoveel mooier kunnen zijn zonder de zaailingen van Dennenbomen.

Bezoek aan HJ Vogelkijkhut te Emmen

Al geruime tijd speelde ik met de gedachte een vogelkijkhut te bezoeken. Niet alleen om te kijken naar vogels maar juist om ze te fotograferen. Vogelkijkhutten vind je dan ook altijd op plekken waar veel vogels verwacht kunnen worden. De plek bij een vogelkijkhut wordt ook dusdanig gecreëerd dat het ook vogels aantrekt. Voor een vogelkijkhut vind je een waterpartij; een vijver, een meer of zee. De hut waar ik twee dagen mijn kansen wil afwachten veel vogels voor de lens te krijgen heeft een vijver voor de kijkgaten. Deze kijkgaten zitten net boven het maaiveld/wateroppervlak. Ideaal om vogels goed in beeld te krijgen die tussen de 2.5 tot 30 meter van de lens verwijderd zijn.  3 April al onderweg om de volgende morgen 4 april op tijd in de hut te kunnen zijn.

4 april 2018

Voorbereiding

Voor dit doel heb ik een huisje gehuurd voor een midweek op het LandalPark te Ees. Niet te ver van Emmen, slecht een klein halfuurtje rijden. De tassen zijn gevuld en staan klaar op het karretje, een Eckla Multi-Rolly met statiefhouder, samen met de statieven. De wekker gaat af op 06.00 uur. Eerst maar een paar koppen koffie om wakker te worden, proviand en een thermoskan koffie klaargemaakt, gevolgd door de persoonlijke verzorging en ik ben klaar voor vertrek. Het karretje met de apparatuur de bestelbus ingeschoven en ga op weg naar Emmen. Ik neem niet de provinciale weg maar ga binnendoor via Exloo, Valthe en Weerdinge. Bij Emmerschans rijd ik Emmen binnen. Steek de rondweg over en rijdt zo de juiste straat in waar ik zijn moet. Op de bestemming moet ik nog een 200 meter lopen en dan komt het karretje goed van pas.

De Kijkhut

De vogelkijkhut is gemaakt van een zeecontainer en als kijkhut omgebouwd. Voorzien van kijkgaten, een verhoogde vloer en voor twee derde ingegraven. Door middel van de ontvangen code kan ik het sleutelkastje naast de deur openen. En met het sleuteltje  het hangslot en de ketting verwijderen. Op de site van de verhuurder wist ik al hoe het interieur van de vogelhut eruit zou zien en had mij er al zo lang op verheugd onderdeel van dat interieur te mogen zijn. Welnu, ik ben binnen en begin mij te installeren.

De voorbereidingen in de hut

De Vogelhut is geschikt voor vier personen dus in mijn eentje heb ik een zee van ruimte. De twee middelste kijkgaten zijn al geopend en zijn er gecamoufleerde raamwerken voor geplaatst en kan ik beginnen de camera's in positie te brengen. Voor de kijkgaten zit een brede 'venster'bank om de granulaatzakken er op te leggen waarop de camera's kunnen rusten. Gebruikmaken van een statief is met de 70-200mm lens niet mogelijk. Het statief blijkt niet dicht genoeg bij het kijkgat geplaatst te kunnen worden. Voor het rechter kijkgat leg ik de Nikon D600 met een Nikon 70-200mm f/2,8 met converter x2. Gebruikmakend van een granulaatzak en ook met de aanwezige kleine zakjes breng ik de camera dusdanig in positie dat deze gericht is op de top van een boomstam van een meter of drie, waarvan ik hoop dat daar een roofvogel op zal landen. Op deze manier hoef ik mijn camera niet meer te bewegen indien een roofvogel de stam als landingsplaats zou gebruiken. Het is mijn stille hoop dat dit zal gebeuren. Voor het andere, het linker kijkgat plaats ik de Nikon D610 met een Tamron 150-600mm f/5-6,3 Di VC USD A011N met converter x1,4 op een granulaatzak.

Vogels lokken

Er wordt door de eigenaar goed voor gezorgd om veel vogels te lokken. Er is een bakje met meelwormen klaar gezet om uit te strooien op de centrale plek van deze vogel-fotoshoot-scene. Alleen daar mag het uitgestrooid worden. Ook ligt er een vogelgids voor gebruik klaar. Ik heb natuurlijk ook mijn eigen vogelgids mee. Na het uitstrooien van de meelwormen kan het feest beginnen. Tsjonge jonge, je weet niet meer waar je kijken moet.  Van alle kanten komen er vogels de plek rond de vijver bezoeken en ik maar afdrukken.

Het is voor mij de allereerste keer in een Vogelkijkhut. Heb dus geen idee hoeveel vogels zo'n plek komen bezoeken. Het gaat de hele dag door, het is een komen en gaan. De Grote bonte specht -man en vrouw- komen regelmatig op de  drie meter hoge boomstam zitten. Het wordt mij duidelijk wat zij daar steeds doen. In de stam zijn gaten geboord -links en rechts van het aangezicht van de stam- en worden volgestopt met voedsel. Een heuse 'lokstam'. Niet alleen de Specht weet die gaten te vinden. De Koolmees, Pimpelmees en de Matkop kennen die voedselplekken ook donders goed.

Dat geldt ook voor de stam recht voor me aan de andere kant van de vijver. Op de achterzijde van de stam -vanuit de kijkhut niet te zien- zitten twee voederapparaten bevestigd waardoor het een drukte van belang is. Naast Koolmezen komen ook Goudvinken, Kepen en Groenlingen constant naar deze plek, onderling ruzie makend wie aan de beurt is. Dit alleen al is een aardigheid om naar te kijken.

Andere opstelling

Na een paar uur vind ik het toch knap lastig werken met het camouflagescherm, welke al geplaatst was bij mijn aankomst. Het is een raamwerk met een soort micaglas of zo. Van binnenuit kan je naar buiten kijken zonder gezien te worden door de vogels. De vogels zien alleen een zwart raam wat niets doet vermoeden wat er achter zit. In het midden is een vierkant uitgespaard waardoor de lens gestoken kan worden. Maar wil je wat te ver naar links of rechts om de daar aanwezige vogels te fotograferen of naar beneden om vogels aan de waterkant te fotograferen dan vervormt de lens het mica en maakt dan een krakend geluid. Anders gezegd, je wordt wat belemmerd in het positioneren van de lens. Daarnaast wil ik veel liever het statief gebruiken met de Benro GimbalHoofd GH3, waarmee ik veel flexibeler met de lens bewegen kan. Ik besluit het camouflage-raamwerk weg te halen en met de aanwezige stroken camouflagedoek maakt ik het zo dat de lens vrij kan bewegen. Dit is een verstandig besluit. Door de lengte van de lens komt deze ruim buiten het camouflagedoek uit waardoor ik makkelijker en soepeler de lens kan bewegen zonder geluid te maken. Het bevalt mij stukken beter, ook op de dag erna maak ik deze opstelling. De andere camera blijft op de boomstam gericht, voor het geval dat........... die ene roofvogel een kijkje komt nemen.

Het weer

De weersvoorspelling voor het land was niet al te best. Het zou bewolkt zijn met op zijn tijd een een regenfrontje die verspreid over het land voor buiig weer zou zorgen. Bewolkt is het maar het heeft nagenoeg niet geregend. Het enige wat ik aan regen heb waargenomen duurde slechts drie minuten. Het bewolkte weer zorgt ervoor dat de ISO-waarde flink omhoog moet. De Tamron 150-600mm lens kan door het beperkte licht niet een groter diafragma hebben dan f/9 met een sluitertijd op hoofdzakelijk 1/250. De hoge ISO-waarde zorgt wel voor enige ruis in de achtergrond. Niet erg storend maar toch...... je ziet het wel. 

Meelwormen

Zo rond 13.00 uur strooi ik nog wat meelwormen op de centrale plek. Meelworm-eters komen er meteen op af. De Merels, en de Vinken, de Heggemussen, de Roodborsten en de Geelgorzen doen zich te goed aan dit feestmaal. Zelfs de Kool- en de Pimpelmezen pikken de wormpjes op. De verschillende manieren hoe de meelworm naar binnen wordt gewerkt was interessant om naar te kijken. De Kool- en de Pimpelmezen nemen hun wormpje mee naar een tak, zetten één pootje op de worm en met de snavel trekken ze de meelworm leeg zodat er een leeg omhulsel overblijft. De Goudvinken en de vinken doen het iets anders. Met hun brede snavel persen  ze de inhoud van de meelworm eruit om uiteindelijk het lege omhulsel over te houden. De Roodborst, de Heggemus en de Ringmus zijn minder kieskeurig en werken de meelworm in zijn geheel naar binnen. Grappig, dat verschillende vogels hun eigen tafelmanieren hebben.

Om 16.05 uur zie ik op het water kringetjes komen. Het begint heel licht te regenen, slechts drie minuten lang en dat is het dan. Ik blijf mooi doorgaan. Kijken, scherpstellen en afdrukken. Er zijn al heel veel van alle soorten van die dag gefotografeerd maar er zal maar net die ene, die ene pose, die ene situatie zich nog voordoen waardoor je een foto hebt die er uitspringt. En daarom blijf je zitten. Ja, en natuurlijk op dát moment dat er een roofvogel op deze plek neerstrijkt. Het zou niet de eerste keer zijn dus.........

De laatste meelwormen worden om 17.00 uur uitgestrooid. Ik besluit nog even door te gaan. Er landt een Zwarte Kraai en vind dat een ongewenst bezoek. Alle vogels vinden dat ook, want weg zijn ze. Ik denk, maak maar een geluid, misschien vliegt hij dan weg en roep "hé", en daarop vliegt de kraai weg. Met vijftien seconden komen de eerste Koolmezen weer, snel gevolgd door andere soorten. Het begint om 17.13 uur weer even heel kort te regenen maar het deert niet. Mijn eerste dag in deze vogelhut is bijna ten einde. De hoop om een roofvogel vast te leggen is verzet naar morgen.

Ik schrijf mijn beleving van het verblijf in de vogelhut op in het gastenboek. Dat doen alle huurders en kan handig zijn voor volgende huurders. Je noteert  ook welke vogels zich die dag gepresenteerd hebben. Leuk zo'n schrift. Ik had er 's morgens natuurlijk al in gebladerd om te zien wat ik zoal verwachten kan. Na een verhaaltje en de opsomming van de waargenomen en gefotografeerde vogels te hebben opgetekend besluit ik deze dag in de vogelkijkhut te beëindigen.

Om 18.30 uur sluit ik de deur van de hut en loop richting de auto. De vader van de eigenaar komt op mij toe en vraagt belangstellend hoe mijn dag is geweest en wat voor vogels vandaag zijn geweest. Het is begin april en steeds meer soorten komen weer terug van de overwintering. Hij verwacht het Witgatje eerdaags ook weer terug op deze plek, maar nee, geen Witgatje vandaag. "Morgen kom ik weer", vertel ik hem, dus wie weet heb ik dan geluk.

5 april 2018

Dag twee in de Vogelhut

De dag begint als de dag ervoor. Vroeg opstaan, proviand klaarmaken, jezelf verzorgen en op weg naar de hut. De procedure sleutel, hangslot en installeren kende ik inmiddels dus het ging vandaag wat vlotter. Het weer was als de dag van gisteren. Bewolkt, dus grijs en er viel over langere tijd een iel motregentje. Ik zag het aan de vogels. Hele kleine regendruppeltjes op hun kleed en druppels aan de takken van de struiken. Eerlijk gezegd zag ik dat pas toen ik de foto's op het scherm van de laptop bekeek. De motregen zie je op sommige foto's ook vallen in de vorm van korte dunne streepjes in de achtergrond. Bij de eerste foto's verwijderde ik dat. Even later dacht ik: "Laat die streepjes toch lekker zitten, die horen erbij". Ik loop een beetje vooruit, nu terug naar de hut!

De ISO blijft dus aan de hoge kant en dat gaat verder prima. Op een gegeven moment zie ik een vogel in een struik zitten waar een appel op een tak was gestoken. Ik wist eerst even niet welke het was. Het leek op een Zwartkop maar de kleur van het toupetje klopt niet. Eerst maar even vastleggen en dan opzoeken in de gids. Het bleef maar van de appel eten dus het is een fruiteter. Ik wou dat deze vogel even ergens anders ging zitten want die appel kwam ook op alle foto's en wilde nu wel eens een foto zonder de appel erbij. Maar het had kennelijk honger. Nu eerst maar even opzoeken. Direct maar naar de pagina waar de Zwartkop te vinden is. En inderdaad, het mannetje heeft een zwart toupetje, maar het vrouwtje heeft een bruine. Dat was ze dus, een Zwartkop-vrouw. Net weer gearriveerd uit haar overwinteringsoord. Mooi, ik heb er een onderwerp bij om in de gaten te houden.

Gisteren was ik lukraak aan het afdrukken om niet één vogel te missen, vandaag wil ik selectiever en geduldiger te werk gaan. Ik hoef niet snel te zijn. Het is immers een komen en gaan van vogels en blijven lang op deze plek hangen en je hebt alle tijd.....

Dat had tot gevolg dat ik betere foto's maakte met mooiere poses van de vogels. Ook schoot ik de helft minder afbeeldingen dan gisteren. Het blijft maar bewolkt en motregenen. Om half twee zie ik wat kringetjes in het water, het regent licht en was ook van korte duur. Er komt opeens wel harde wind opzetten dat een twee uur duurt. De zware deur van de hut waait een paar keer open en het gordijn die voor de deur hangt om licht tegen te houden waait door de trek een paar keer naar buiten. Ik zet het vast met knijpers.

Om kwart over drie vliegen alle vogels opeens weg. Een roofvogel in de buurt? Waarschijnlijk, maar er landt er geen op deze mooie plek. Jammer! Vijf minuten later zijn alle vogels ook weer terug gekomen. De koolmezen het eerst, de Goudvink en de Groenling volgen en nog een minuut later wemelt het weer van de vogels. Wat kan ik hier van genieten. Al die verschillende vogels te zien, te observeren en te fotograferen. Eigenlijk heb je het daar heel druk mee. Achteroverhangen is er echt niet bij. Je blijft alert en dat houd je scherp op dat ene moment, of die nou komt of niet.

Ik had nog graag een Winterkoninkje willen zien en een Groene specht. Een Kneu, een IJsvogel of een Putter én natuurlijk een Havik of een Buizerd. Ik had ze graag voor de lens willen hebben.

Het begint lichter te worden en om vier uur schijnt de zon. De omgeving zien er meteen vriendelijker uit en de vogels zien er stralender uit. Ik leg ze nog maar eens vast voor zo lang het zonnetje schijnt. De ISO kan aanzienlijk lager ingesteld worden en zet het op ISO 160. Het ziet er goed uit.

Ik krijg het koud en begin te rillen. Dat is best vreemd. De hele dag tot vier uur bewolkt en motregen en heb het niet koud, maar nu de zon schijnt krijg ik het koud. Ik besluit te stoppen. De opstelling af te breken en op te bergen in de tassen en het karretje te laden. Het is mooi geweest voor vandaag.

 

 

De vogelsoorten van dag 1 en 2